5 BBQ-tips
2. Maak niet te veel verschillende gerechten op de barbecue
Verschillende gerechten hebben niet alleen verschillende smaken, maar ook vaak verschillende garingen. Dat wil je niet bij elkaar op de barbecue hebben liggen, want het ene gerecht heeft vijf minuten nodig en het andere gerecht anderhalf uur. Je moet echt een professionele barbecueër zijn als je al die gerechten goed op tafel wilt kunnen brengen, en dan nog. Kies iets met een snelle bereiding om mee te beginnen en tover daarna iets wat lang gegaard heeft uit je oven of warmhoudbox dat je alleen nog maar hoeft te snijden/verdelen.
3. De barbecue niet te veel open- en dichtdoen
Bij een barbecue met een deksel, en ik ga er even vanuit dat je die hebt, is het absoluut de bedoeling dat je het apparaat zo lang mogelijk dichthoudt. Hoe vaker je de barbecue opent, hoe warmer die wordt.
4. Meten is weten
Investeer in een goede, digitale kerntemperatuurmeter, echt, ik gebruik hem elke
dag. Kost misschien 25 euro. Vlees wordt niet lekkerder als het te lang is gegaard. Hetzelfde geldt voor juist een minimale garing. In het ergste geval kun je ziek worden van vlees – kip of varken – dat de juiste temperatuur niet haalt.
5. Haal het vlees van de barbecue, maar ga niet direct snijden
Dit is zeker een tip qua rund- en lamsvlees: haal het vlees van de barbecue en ga het niet meteen snijden. Laat het 10 minuten rusten onder een of twee velletjes aluminiumfolie. Je zult zien dat er daarna bij het aansnijden veel minder vocht uit stroomt. Dat vocht blijft zo langer in het vlees en dat blijft daarom dus sappiger.