Ik kocht een huis, twee broccoli’s, een rol vuilniszakken en een fles witte wijn
Het meeste van wat de mevrouw opdreunde, kon ik helemaal niet volgen. Mijn makelaar zat naast me en scrolde af en toe op zijn telefoon.
Ik had gedacht dat het koopcontract één A-4 zou beslaan, misschien twee, maar het waren er zeventien en het stond boordevol bijzondere bepalingen, kwalitatieve verplichtingen, ook werd er gerept over het ketting- en boetebeding.
Ik kreeg het allengs warmer en warmer in dat zijkamertje. Ella Geurts koopt nu een huis, dacht ik en ze begrijpt er, als enige hier, geen bal van. Mijn blik bleef rusten op het woord vervreemding. Het stond cursief en vetgedrukt in het koopcontract. Vervreemding.
Na een dik uur was de mevrouw klaar met het voorlezen.
“Heb je nog iets te vragen of op te merken?” Ze keek op van het contract en glimlachte.
“Ik heet geen Ella”, zei ik.
Idiote taal
Ze verving Ella voor Elke en even later zette ik zeventien keer mijn paraaf en ten slotte mijn handtekening. Dit deed ik de laatste tijd vaker. Handtekeningen zetten onder pakken papier vol vooraf opgestelde regels en clausules, geschreven in een idiote taal. Onder toeziend oog van vreemden.
Na het kopen van een huis, kocht ik ook nog twee broccoli’s, een rol vuilniszakken en een fles witte wijn.
‘Gekocht!’ schreef ik naar ex.
‘Top’, schreef hij.
De volgende dag ging de ongehuwde Ella Geurts met haar moeder en een vriendin kijken naar het nieuwe huisje. O nee: ik was het die ging kijken.
Buiten, achter de schutting, stond de nieuwe buurvrouw.
“Komen jullie hier wonen?” vroeg ze.
“Ik!” zei ik, “met mijn twee dochters! Als het past!”
Zij woonde al dertig jaar in het huisje van 54 vierkante meter, met haar man, twee zonen - inmiddels allebei eind twintig - en de drie katten in een kooi in de tuin.
“Is het hier leuk?” vroeg ik.
“Vroeger wel.”
“Vroeger?”
“Ja, nu komen al die nieuwelingen hier”, zei ze.
“En daar houden jullie niet van?”
“Wij zijn échte noorderlingen, hè?” zei ze. En: “De schuttingen staan hier niet voor niets.”
“Ik kom van IJburg”, zei ik.
“Dat noemen wij legoland”, zei ze. “Al die blokken.”
We lachten.
“We moeten er ook maar aan wennen”, zei ze.
Deze column is eerder gepubliceerd in Trouw. Elkes roman heet Ik nog wel van jou. Luister hier naar onze podcast met Elke Geurts over haar roman en scheiding.
Afbeelding door Bill Ward.