Een mens die een nieuw thuis zoekt, grijpt altijd terug op iets vertrouwds
Zij aan zij in zo’n ‘hippe’ Canta de bruggen over. Beslagen ramen. Kinderen voor Kinderen op hoog volume. Iedereen raadt me tegenwoordig namelijk aan zo’n wagentje te kopen. Voor als ik het opknappertje in de buitenwijk heb gekocht - of de flat in een buurt die het helemaal gaat worden - en het ’s morgens te nat is om te fietsen.
“Je hoeft er zelfs geen brommerrijbewijs voor te hebben!” zeggen ze. “Ideaal voor jou!”
Tot nu toe werd ik altijd overboden.
Laatst was er een mooi en áf huis te koop in een stadje op een kwartier treinen van Amsterdam. Zodra ik een voet over de drempel zette, voelde ik me er op mijn gemak. Later begreep ik dat het huis als twee druppels water leek op dat van mijn ouders. Een mens die een nieuw thuis zoekt, grijpt altijd terug op iets vertrouwds.
In de straat was ook nog een kleine Daltonschool. Tussen de kinderen op het plein, zag ik mijn zevenjarige spelen. Ik wilde niet per se in een andere stad wonen, maar ik zag ons leven voor me. In dat huis, in die straat. Al kende ik er verder niemand.
Het ging niet door. Ex wilde voor geen goud naar het stadje vertrekken en in het echtscheidingsconvenant was vastgelegd dat we niet ver van elkaar af mochten wonen.
“Hij kan je terug laten verhuizen”, schreef de mediator streng.
Nou, dat leek mij ook weer een heel gedoe. En: ergens was ik opgelucht dat ex niet in het stadje wilde wonen. Dan hoefde ik daar gelukkig ook niet heen.
Ineens was daar hét ultieme appartementje op Funda, op één hoog, binnen de ring, een kwartiertje fietsen van het ouderlijk huis van de meisjes. Bij slecht weer zouden de zevenjarige en ik lekker de tram naar school nemen. Het had drie mini-slaapkamertjes. Een mini-woonkamertje. Een keukentje. Een balkonnetje. Het was in de buurt van een leuke buurt.
De vraagprijs was 3 ton. Het zou op inschrijving verkocht worden. Vanwege de plek. “Dit flatje hebben ze twee jaar geleden voor hoogstens 1,5 ton gekocht”, zei mijn makelaar. En: “Het is zeer inbraakgevoelig.”
“Maar waar laat je dan je handdoeken?” vroeg mijn moeder. “En de lakens?”
Deze column is eerder gepubliceerd in Trouw. Elkes roman heet Ik nog wel van jou. Luister hier naar onze podcast met Elke Geurts over haar roman en scheiding.