Zoeken
Het hele leven is een afscheidsfeestje
Ik was op een afscheidsfeestje. Dat kwam mooi uit. Het is misschien flauw om te zeggen dat het hele leven een afscheidsfeestje is, maar zo is het feitelijk wel.

Het hele leven is een afscheidsfeestje

Gepubliceerd op 8 januari, 2018 om 00:00, aangepast op 23 juli, 2019 om 00:00

De laatste tijd probeer ik de vergankelijkheid der dingen eens heel kalmpjes aan te zien. Hiermee bedoel ik: zonder meteen dood te willen. De sneeuw die er gisteren nog lag, is vandaag alweer gesmolten. Dat geeft helemaal niet. Ook de modderpoeltjes zullen morgen weg zijn. Niets is blijvend. Wat zou ik daarop tegen willen hebben?

Het afscheidsfeestje vond plaats in het stiltecentrum. Er was daar een vijfkoppige coverband met versterkers. Overal stonden mensen aan statafels. Er gingen grote schalen rond met plakjes leverworst en blokjes kaas met vlaggetjes.

De man naast mij liet me pasfoto's van zijn kinderen zien. Hij had er negen. Zes van zijn eerste vrouw en drie van zijn tweede vrouw.

"Meer moet je er niet maken, man!" lachte een passant, "voortaan een rubbertje gebruiken, hè?"

Telefoon

Het afscheidsfeestje was voor een werkneemster die ergens anders ging werken. Haar collega hield een speech over het niets waar altijd iets uit voorkomt. Er werd een A4'tje uitgedeeld met een zelfgemaakte liedtekst. Ik zag hoe iedereen meezong.

Op de uitnodiging stond een uitspraak van Martin Luther King: 'Als je vertrouwen hebt, hoef je niet de gehele trap te zien om de eerste stap te zetten.'

Terwijl de band 'No Woman, No Cry' inzette, mijmerde ik over het niets en over vertrouwen. De man met de negen kinderen schreeuwde in mijn oor dat zijn tweede vrouw hem erin geluisd had door 20 kilo cocaïne in de garage te leggen en daarom was hij hier.

Het duurde even voor me opviel wat er hier nou precies anders was dan op andere feestjes. Niemand, werkelijk niemand, keek op z'n telefoon. Ook degenen die achteraf op een bankje zaten, keken gewoon toe. Dat was alles. Nergens die oplichtende schermpjes voor gezichten. Iedereen was erbij.

Hieruit kon je afleiden dat we ons 'binnen' bevonden. In een gevangenis spreek je van 'binnen' en 'buiten'. Als je binnen zit, tel je de dagen tot je weer naar buiten mag. Als je altijd buiten bent, blijkt het rustgevend te werken om eens binnen te zijn. Om bijvoorbeeld op te kunnen merken dat je je telefoon er op elk verloren ogenblik bij wilt pakken. Zo is er altijd iets.

 

Deze column is eerder gepubliceerd in Trouw. Elkes roman heet Ik nog wel van jou. Luister hier naar onze podcast met Elke Geurts over haar roman en scheiding.

Auteurs
Auteur: Elke Geurts

Elke Geurts (1973) publiceerde drie verhalenbundels en de romans De weg naar zee (2013) en Ik nog wel van jou (2017). Alle werden overladen met lof en genomineerd voor onder andere De Gouden Boekenuil, de BNG Literatuurprijs en de Anna Bijns Prijs. Daarnaast is ze schrijfdocent aan o.a. Schrijversvakschool Amsterdam.

Blijf op de hoogte

Volg onze sociale media voor het laatste nieuws: