In september 1939 breekt in Europa de Tweede Wereldoorlog uit, maar Nederland vertrouwt erop dat ze neutraal kan blijven. De Nieuwe Hollandse Waterlinie - een onneembare hindernis, een succesformule in de Nederlandse krijgsgeschiedenis - zal het westen, het economisch hart van het land, beschermen. Door Midden-Nederland ligt van noord tot zuid een netwerk van forten, sluizen, dijken en sloten, een 85 kilometer lange strook van ongeveer 90 militaire 'inundatiepolders'. In een paar dagen tijd kan een ondiepe plas van 3 tot 5 kilometer breed worden opgewekt, die te diep is voor soldaten te voet en te ondiep voor boten.
Op 10 mei 1940 blijkt dat het water geen bescherming biedt tegen een modern leger. Binnen 5 dagen krijgt Duitsland Nederland op de knieën. Voor de bewoners van het militaire landschap van de Nieuwe Hollandse Waterlinie eindigt een tijdperk.
Leendert van der Valk sprak voor dit boek met ooggetuigen - boeren, molenaars, soldaten en NSB'ers. Onheilstij vertelt hun verhaal tegen de achtergrond van de ondergang van het ingenieuze, trotste verdedigingswerk tussen Muiden en de Biesbosch.
Volg onze sociale media voor het laatste nieuws: